Klaas van der Poel (†)
Laatste berichten van Klaas van der Poel (†) (alles zien)

    Kort na het middaguur klommen Helen en ik langzaam de Monte Mario op, aan de rand van Rome. Rechts tussen de bomen opende zich plotseling het panorama van de stad: de koepel van de St Pieter, onmiskenbaar prominent tussen alle andere torens en gebouwen.
    Ik kneep in haar hand en we keken elkaar aan: we zijn er, we gaan het halen, na ruim 2 maanden lopen, verspreid over 2 jaar, zoveel kilometers, zo’n lange weg, zoveel beleefd, samen. Een foto, nog een foto en wegwezen, naar beneden.

    ‘Omnes viae Romam perducunt (Alle wegen leiden naar Rome)’, zeiden de Romeinen. Dat is wat overdreven, maar als we er van maken ‘vele wegen leiden naar Rome’ dan is het zeker waar. Daar zijn ook beproefde pelgrimspaden bij. Want pelgrimeren, lopen naar Rome, is bepaald niet nieuw. Dat zijn soms geen eenvoudige paden, maar ze zijn wel de moeite waard.

    Wat Rome betekent voor pelgrims

    Rome is een belangrijk centrum, misschien wel hét centrum van West Europa en van de West-Europese beschaving. Met een historie van zo’n 2500 jaar, is Rome veel ouder dan Parijs, London, Amsterdam of welk ander Europees centrum ook. Een stad waar mensen uit heel Europa door de eeuwen naar heen en weer zijn getrokken: Romeinse legioenen, vreemde veroveraars, barbaren, kooplui, pelgrims, geleerden en toeristen.

    Ongeveer 1000 jaar is Rome de hoofdstad geweest van het Romeinse rijk, een stad die door de eeuwen heen groeide in grandeur en die ook nu nog monumenten uit die tijd bezit waaraan we ons vergapen. Vervolgens is de stad zo’n 1000 jaar het centrum geweest van de Christenheid, zetel van de pausen. Het bevat de graven van de apostelen Petrus en Paulus en van nog veel meer heiligen. Het bevat kerken, kloosters en relikwieën, meer dan enige andere stad.

    Geen wonder dat het door de eeuwen heen een magnetische aantrekkingskracht heeft gehad op pelgrims. Grote groepen mensen trokken er door de eeuwen heen naar toe, om boete te doen, om gunsten te vragen en om uiting te geven aan hun devotie. Ter onderscheiding droegen ze daarbij twee gekruiste sleutels, het teken van Sint Pieter en het wapen van de paus. Verder moesten kerkelijke functionarissen (zoals Maarten Luther), ook wel eens in Rome zijn, omdat dat nu eenmaal het bestuurlijke centrum van de kerk van Rome was. In de middeleeuwen vonden dat soort reizen plaats met de toen beschikbare middelen, dus soms te paard, maar meestal te voet.

    Zo is de weg vanuit onze streken naar Rome innig verbonden geraakt met pelgrims: mensen die, gedreven door een vuur en een visie, te voet, de afstand naar Rome aflegden en vervolgens, vol goede voornemens, weer terugkeerden naar hun haardsteden in het kille Noorden. Hoeveel zijn het er geweest? Wie zal het weten. In de tijdspanne van zo’n 15 eeuwen echter zeker vele, vele miljoenen. Bijna zeker was er minstens één van je eigen voorouders bij. Die mensen gingen meestal op weg zonder kaart en zonder geld, vertrouwend op hun medemensen. Ze lieten langs hun pelgrimsweg heel wat sporen na die ook nu nog getuigen van hun idealen.

    Beroemde pelgrims naar Rome

    De historie vertelt over vele beroemde voorgangers op de weg vanuit onze streken naar Rome:

    • Willibrord, de eerste bisschop van Utrecht (658 – 739) reisde tweemaal op en neer.
    • Karel de Grote liet zich in 800 in Rome tot keizer kronen.
    • In het jaar 990 reisde bisschop Siegeric vanuit Engeland naar Rome en werd daar door de paus tot bisschop van Canterbury gewijd. Hij hield een nauwkeurig journaal bij van zijn terugreis, die hij aflegde in 79 dagmarsen. Zijn reis ging via Reims, de Grote St Bernhard, en de Longobardische koningstad Pavia. De steden en rivieren die hij doortrok zijn vandaag nog allemaal goed herkenbaar. Zijn journaal is bewaard in het British Museum in London en is het oudste gedetailleerde verslag van een pelgrimsreis in Europa (ouder dan het Liber Sancti Jacobi). Zijn traject houden we aan als de Via Francigena.
    • Uit de middeleeuwen zijn verder reisverslagen bekend van Nicolaas van Munkathvera, die in 1154 van IJsland naar Rome reisde. Hij volgde de Hanze steden, o.a. Deventer en Zutphen.
    • Philippe II August, koning van Frankrijk, keerde via Rome terug van de derde kruistocht in 1191 en beschreef zijn route die voor een deel de Via Francigena volgde. Ongetwijfeld gingen nog vele pelgrims en kooplui en avonturiers in de middeleeuwen dezelfde weg.
    • In de tijd van de Renaissance was het gebruikelijk voor kunstenaars om nar Italië te reizen. Rubens is er geweest en later maakte Goethe ‘meine Italienische Reise’.
    • Ook Napoleon trok met zijn leger de Grote St Bernhard over, niet zozeer als pelgrims, maar wel te voet naar Rome.
    • Dan is het een tijd stil, maar in de dertiger jaren van de twintigste eeuw maakte Bertus Aafjes zijn Voetreis naar Rome – door Duitsland langs de Rijn – en tegen het eind van de eeuw begon hij langzaam maar zeker navolging te krijgen.

    En tegenwoordig?

    In 1994 riep de raad van Europa de Via Francigena uit tot Itinerario Culturale Europeo, een van de historische wegen van Europa, net als de befaamde Camino naar Santiago de Compostella. Een groep Italianen heeft de weg in 1999 gelopen en er een prachtig boek over geproduceerd: La Via Francigena – Camina Europea –1, door G. Corbellini en L. Grazioli. Toen stond de pelgrimage – te voet – weer op de kaart.

    Vereniging Pelgrimswegen naar Rome

    Inmiddels wint lopen/pelgrimeren naar Rome snel aan populariteit. Een paar jaar geleden liepen sporadisch enkele zonderlingen naar Rome. Dat groeide al snel aan. Inmiddels hebben die zich verenigd in de Vereniging Pelgrimswegen naar Rome. Het doel van de vereniging is om wandelaars en fietsers en in het bijzonder pelgrims te helpen hun droom – laten we naar Rome gaan – waar te maken. De website van de vereniging is www.pelgrimswegen.nl. Aarzel niet hun hulp in te roepen. Vraag en raadpleeg in ieder geval hun vraagbaak voor wandelaars en fietsers.

    Tien praktische tips voor pelgrims naar Rome

    Een pelgrimstocht naar Rome moet je doen en ieder doet het op zijn of haar eigen manier. Misschien is één van de mooiste kanten ervan wel het avontuurlijke, dat je toch steeds weer voor verrassingen wordt geplaatst en dat je voortdurend bezig bent met de problemen van de dag en van de minuut en met de interpretatie van je eigen ervaringen. Maar toch …… hebben veel mensen wel behoefte aan een beetje steun en wat aanwijzingen van mensen die voor hen gingen. Wij ook. We zijn maandenlang naarstig zoekende geweest naar allerlei informatie: over de route, overnachtingsmogelijkheden, wat voor kleren, kaarten, hoeveel geld moet ik meenemen. Om aan die behoefte een beetje tegemoet te komen volgen hieronder 10 punten, geen 10 geboden, maar 10 hints over dingen die misschien kunnen helpen om de tocht nog mooier en nog plezieriger te maken.

    1. Kaarten

    • In Nederland lopen we bij voorkeur op de 50.000 kaarten van de ANWB.
    • Van België vonden we 50.000 kaarten bij Bever Sport.
    • De Franse 100.000 kaarten van Michelin vonden we prima. Ze zijn overal te krijgen (ook in Frankrijk).
    • Van Zwitserland kregen we bij Pied à Terre een set 50.000 kaarten (wel duur).
    • Italië is een probleem. De 200.000 kaarten van Shell (bij de ANWB) zijn goed, maar weinig gedetailleerd. Soms zijn bij Informatione Turistica lokale kaarten te krijgen, maar die stellen meestal niet veel voor. Van sommige streken zijn er 100.000 kaarten (bij Pied à Terre), maar die zijn verouderd en onvolledig.

    2. Wandelgidsen

    • Voor wie vlot Italiaans leest is er de prachtige rapportage van Grazioli en Corbellini, maar die lui lopen veel langs snelwegen. Ook wij volgden nog al eens wegen, meestal landwegen. Onze route staat elders op de site.
    • In Toscane van San Miniato tot Siena hadden we een heel mooi gidsje: La Via Francigena in Val d’Elsa.
    • Verder hadden we een routegids (in het Italiaans) van d’Atti en Cinti. Soms klopte het, maar een paar keer zijn we er zo mee verdwaald dat we hem op de bodem van de rugzak gestopt hebben.
    • Tegenwoordig (bijna 10 jaar na onze tocht is natuurlijk alles veel beter: Er is een Nederlandse vereniging www.pelgrimswegen.nl . Die heeft een gids uitgegeven: Op pelgrimstocht naar Rome. Die mag je niet missen.

    3. Overnachten

    • Wij hadden geen tent bij ons en zochten meestal een eenvoudig hotelletje (via de Guide Michelin, via de syndicat d’initative, of door te kijken en te vragen) of een Bed & Breakfast (via de Guide Gites de France).
    • Als het lukte vroegen we onderdak bij kloosters, soms een dagje vooruit bellen, maar soms ook gewoon inlopen. Als je de regel van Benedictus in acht neemt moet dat eigenlijk altijd lukken. Wij hebben hele goede herinneringen aan de Grote St Bernhard, Mortara, Pontremoli, San Gimignano, Siena, Monte Oliveto en Sutri.
    • In Italië hebben we veel steun gehad van het Vademecum dat te krijgen is via www.francigena-international.org. En tegenwoordig zijn er natuurlijk heel wat boeken en gidsen die adressen bevatten.

    Taal
    In Italië helpt het wel erg veel als je tenminste een mondje Italiaans kent, anders snappen ze je echt niet. Voor Frankrijk geldt dat eigenlijk ook. Je hebt zo veel meer gezelligheid en contact als je een beetje een gesprek kunt voeren. In Nederland, België en Zwitserland is de taal natuurlijk geen probleem en heb je alleen een positieve en enthousiaste uitstraling nodig.

    4. Paden en bordjes

    • In Nederland en België liepen we veel over fietspaden, met prima bordjes. Gaat altijd goed, vooral buiten het vakantieseizoen.
    • Helaas lopen in Frankrijk de GR’s allemaal de verkeerde kant op. Dat wordt dus nogal eens asfalt, maar wij vonden Franse D-weggetjes meestal geen bezwaar.
    • Zwitserland staat vol gele bordjes die fiets- en wandelpaden aanduiden. Het kostte ons drie dagen om uit te vinden hoe je die gebruikt. Ze zijn altijd goed en laten je niet in de steek, maar hebben de neiging erg door de bergen te lopen.
    • In Italië kun je absoluut niet op bordjes en borden vertrouwen. Soms gaat het een tijdje goed, maar op de eerste dag na de Grote Sint Bernard waren wij al verdwaald.

    5. Weer en seizoen

    • Door Nederland en België en noord-Frankrijk hebben wij in de winter/ vroege voorjaar gelopen. Prima, lekker rustig.
    • Door oost-Frankrijk, Zwitserland en noord-Italië in de zomer. Ook goed, maar in de Po-vlakte moesten we echt ophouden: veel te heet en barstens vol muggen.
    • Van de Po-vlakte tot Rome in april. Prima, maar sneeuw in de Apennijnen en best veel regen.

    Conclusie: de hitte in de zomer is het grootste probleem. Maar in de winter (tot ongeveer juni) kun je de hoge Alpen-passen, zoals de Grote Sint-Bernhardpas, niet over. Vroeger liep men in de zomer ’s nachts.

    6. Wat mee te nemen

    Dat is eenvoudig: alles wat je thuis laat is mooi meegenomen. Als je echt iets nodig hebt kun je het onderweg altijd wel kopen. Een bijzonderheid: Wij hebben altijd een flink stuk stevig plastic bij ons om op te zitten, op/onder te liggen. Een zakmes, een kompas en een liter water. Zo mogelijk niet meer dan 10% van je lichaamsgewicht.

    7. Openbaar vervoer

    In principe en als het moet is dat er wel, maar meestal niet als jij wil.

    • Op het platteland van Frankrijk en Italië zijn de bussen schaars (meestal ’s ochtends en ’s avonds). Desnoods krijg je wel een taxi, maar dan moet het wel echt nodig zijn.
    • Wij gaven onszelf soms dispensatie om in en uit een grote stad (Besancon, Siena, Lausanne) de trein of de stadsbus te nemen. Spaart een hoop dwalen door industriegebieden.
    • In Italië zijn een paar stukjes waar we (zonder schaamte) de trein aanbevelen: tussen Pontremoli en Aulla en tussen Carrara en Pietrasanta.

    8. Stempelen

    Het hoeft natuurlijk niet, maar het is toch leuk om in de sacristie van de St Pieter een Testimonial op te halen. De Association Via Francigena (AVF) of de vereniging Pelgrimswegen sturen je op verzoek een stempelboekje, net als dat voor Santiago. Wij vonden het meestal ook een goede binnenkomer in de lokale parochiekerk en een aanleiding voor een kop thee en een verzoek om onderdak. Doen dus.

    9. Wat kost dat?

    Het heeft ons dus 63 dagen van ons leven gekost. En ieder één paar schoenen. Verder heeft het ons met zijn tweeën toch wel ongeveer 70 euro per dag gekost: Slapen, eten, drinken, dingetje hier, dingetje daar en de reis terug. Een dikke 4000 euro dus. Kun je een heleboel weken voor naar de Costa Brava. Maar dat is geen vergelijk, toch?

    10. Websites

    www.viafrancigena.com
    Een commerciële, maar wel informatieve site van het Italiaanse deel van de route. Vrij veel achtergrond, meest in het Italiaans.
    www.francigena-international.org
    De site van de Association Via Francigena, een vereniging met hele bruikbare gegevens en met het doel om pelgrims bij te staan.
    www.pelgrimswegen.nl
    De site van de vereniging Pelgrimswegen naar Rome. Veel courante details en ervaringen van wandelaars en fietsers.

    Onze route: langs de Via Francigena naar Rome

    De Via Francigena (klemtoon op de i, g uitspreken als dj) is een van de oudste pelgrimswegen in Europa. De naam betekent: de weg van de Franken, de Iter Francorum. Het is de weg die reizigers uit noordwest-Europa in de middeleeuwen naar Rome voerde. Voor sommige Italianen begint die weg in noord-Italië, in de buurt van Aosta.

    Historici en de Association International Via Francigena (AIVF) laten de Via Francigena echter beginnen in Engeland. Hiervandaan bezocht bisschop Siegeric in het jaar 990 Rome . Van zijn reis hield hij een uitgebreid dagboek bij. Dat wordt nog steeds bewaard in het British Museum in London.

    Zo is de Via Francigena ook erkend door de Raad van Europa. Daar passen we ons dus in principe bij aan. Maar voor ons loopt de Via Francigena vanuit Nederland via Vlaanderen naar Reims. Daar sluit die aan op de weg die vanaf Canterbury komt en doorloopt naar Rome.

    Het is een ruim 1000 jaar oude, historische, klassieke, en nog steeds actuele, weg. Van Nederland uit bijna 2000 kilometer, vol betekenis, schoonheden en uitdagingen.

    De Via Francigena als een historische en culturele weg

    Reizend van de rand van de Noordzee in de richting van Reims, kom je langs plaatsen als Schiedam (van Liduina) en Brielle (van de martelaren) en over de dammen en dijken van Zeeland. Je verlaat Nederland bij Hulst, waar koning Leo de vos Reinaert voor straf op pelgrimstocht stuurde. Vandaar door Vlaanderen, tussen Gent en Antwerpen door, tot Mons in Henegouwen, waar prinses Waltraud in een mooie gothische kerk begraven ligt.

    Noord-Frankrijk toont je de memento’s van de Eerste Wereldoorlog. Maar in ieder dorp zie je ook een vestingkerkje uit de 14e eeuw. Reims loop je binnen via een duidelijke Romeinse heirweg, kaarsrecht door het landschap.

    Reims is een centrum en het centrum van Reims is de kathedraal. Maar historisch niet minder belangrijk is de St Remi waar Clovis (Clodewik) werd gedoopt. Als je vanuit Reims in de richting van Rome gaat, loop je vanzelf weer over zo’n Romeinse legerweg, kilometers ver door het land.

    Dan door de heuvels van de Bourgogne, langs Clairvaux, waar Bernhard de kruistochten predikte. Vervolgens door Franche Comté, de heuvels en dalen van de Jura tot aan het meer van Geneve. Dan heb je de Alpen al in zicht en volg je, door het dal van de Rhone, Napoleon, die in 1800 Italië binnenviel over de Grote Sint-Bernhardpas. Op de top van die pas word je als pelgrim gastvrij ontvangen in het hospitium, gebouwd in 1041 door Bernhard van Menton.

    Vandaar duikt de weg de Vallée d’Aosta in. Daar markeren bruggen, kastelen en wegen duidelijk de inspanningen van de Romeinen en later de Savoyes. In de Po-vlakte slaat de moderne industriële wereld toe, maar de wegen hebben nog namen uit de tijd van de Romeinse keizers: de Via Aemilia en verderop in Toscane de Via Cassia.

    Er komen nog een paar absolute hoogtepunten: de passen van de Apennijnen, Lucca, San Gimigniano en Siena. Vooral in Italië hebben de pelgrims (en hun verzorgers) vele, vele kerken, kapellen en andere bouwsels achtergelaten. Meestal rijk versierd met beeldhouwwerk, mozaïeken en schilderingen. Met verve beschreven in het boek van Reinier Bloem: De weg der wonderen.

    Het landschap

    De Via Francigena is geen saaie weg, zelfs als je de geschiedenis niet zo goed kent. Je komt door 5 landen en 3 taalgebieden, 3 bergruggen (Jura, Alpen en Apennijnen) en ongetelde heuvels, dalen en rivieren.

    Er zijn wat flinke steden, zoals Reims, Besançon, Lausanne en Siena. Verder is er voornamelijk het landschap met steeds weer andere karakteristieken: de Zeeuwse stromen, de wijngaarden van de Champagne, de watervallen van de Jura en dan natuurlijk de Alpen en de heuvels van Toscane. Sommige stukken zijn weids en verlaten, zoals de velden van Noord Frankrijk. Andere druk en bewoond zoals Vlaanderen en de Vallée d’Aosta.

    Meestal is het grote verkeer heel goed te vermijden. En waar je daar toch in terecht komt, is er ook wel openbaar vervoer om je er weer uit te helpen.

    Duur en goedkoop: in alle stadjes van enige omvang kun je wel overnachten, soms zelfs in grote luxe. Maar vaak zijn er ook aardige lokale tavernes, chambres d’hote of een onverwacht onderdak bij iemand die wel bereid is een arme pelgrim te helpen. En er zijn natuurlijk overal kerken en kerkjes, soms van een juichende pracht en praal en soms gewoon een huisje voor een heilige die je nog niet kende.

    De Via Francigena als uitdaging

    De Via Francigena is voor de pelgrim te voet zeker geen platgetreden baan. Inmiddels zijn er wel een paar redelijke routebeschrijvingen, maar de kaarten en de bewegwijzering zijn niet altijd even betrouwbaar. Er zijn veel alternatieven en veel wordt aan het initiatief van de pelgrim overgelaten. Refugio’s zoals die langs de Camino de Santiago voorkomen zijn er niet.

    Je moet dus zelf je weg maar vinden. Naar je eigen smaak: hier en daar over GR’s en voetpaden, maar onvermijdelijk ook stukken over het asfalt. Boven de Alpen is dat geen groot probleem, want er zijn veel rustige landweggetjes en het land is meestal dun bevolkt. In Italië is dat wat anders: er zijn weinig betrouwbare en gedetailleerde kaarten en de wegen zitten vol met auto’s. Dat betekent dus: zoeken, vragen en proberen en zo nu en dan een stukje terug of overslaan.

    Maar je gaat er komen, want de mensen gaan je helpen. Het helpt meestal om duidelijk te maken dat je pelgrim bent op weg naar de Sint Pieter. ‘Io sono pellgrino al sepulchro de San Pietro’ is een goeie om te onthouden. Soms moet je ook wat extra tijd nemen om uit te leggen dat je echt gaat lopen, en dus de volgende stad die avond niet meer gaat halen, en de autoweg geen goed idee vindt.

    Verder is 2000 km natuurlijk een heel eind: met 30 km gemiddeld toch meer dan 2 maanden. Maar je kunt de tocht natuurlijk in etappes breken. Verder zijn de Alpen nogal steil en hoog: de Grote Sint Bernhard is 2473 m. Die is in het winterseizoen te voet niet begaanbaar. En het weer in Europa is echt Europees: van alles wat.

    Maar als je het einde haalt, staat je een fraai certificaat te wachten. Uitgereikt door de kapelaan van de St Pieter, in de sacristie. Je moet dan natuurlijk wel trouw je boekje hebben laten stempelen. Maar vooral de Italiaanse pastoors zijn daar wel op aanspreekbaar en het is een goede basis voor een praatje.

    Je aankomst in de Sint Pieter zal verder zeker overweldigend zijn – al was het alleen maar omdat dat nu eenmaal een overweldigende kerk is. In de Sint Pieter is ook een prachtig beeld van Petrus, waarvan je de teen kunt kussen. En in de crypte is het graf van diezelfde Petrus, vriend en metgezel van Christus.

    Dan is er nog een paus, maar die krijg je waarschijnlijk niet te zien. En zijn er in Rome nog zo’n 300 kerken en een heleboel oudheden. Om die allemaal te bekijken – dat is pas een echte uitdaging.

    Onze ervaringen op de Via Francigena

    Noi siamo pellegrini, como voi siete (wij zijn maar pelgrims, net als U) – zegt Dante ergens. Ik geef hier wat persoonlijke ervaringen en indrukken van de reis die mijn vrouw Helen en ik in 2002/2003 maakten. Wij hadden de Camino naar Santiago toen al achter de rug. Deze keuzes maakten wij bij het plannen van onze tocht:

    1. We liepen samen, soms een paar dagen met vrienden erbij. Dus niet in een groep en niet alleen. Dat betekent enorm veel steun aan elkaar, maar ook goed op elkaar passen, geen gekke dingen doen en alles goed overleggen.
    2. We kozen de Via Francigena en niet een van de andere routes. Dat was op de eerste plaats omdat toen (2002) over die route de meeste informatie te vinden was. Verder speelde historisch gevoel een rol: we hadden het gevoel dat we met de Via Francigena het beste in de voetsporen bleven van onze middeleeuwse voorgangers. Ik denk dat dat correct is.
    3. We wilden vanuit Nederland zo snel mogelijk de Via Francigena oppikken. Dat betekende dus in rechte lijn er naartoe. Praktisch: langs de 4de lengtegraad recht naar beneden, naar Reims en daar de Via oppikken.
    4. Wegens werk en andere beslommeringen gingen we feitelijk in 3 etappes:
      – in het voorjaar van 2002 naar Reims,
      – in de zomer van 2002 door Frankrijk tot aan de Po-vlakte,
      – in het voorjaar van 2003 van de Po-vlakte naar Rome.
    5. We namen geen tentje mee. Dat betekent minder sjouwen, maar meer bezig zijn met het vinden van geschikte overnachtingen. Dat werd van alles: B&B, hotels, kloosters, particulieren, gemeentehuizen.

    Onze route van dag tot dag

    Hieronder volgen de details van de 63 etappes die (voor ons) uiteindelijk de tocht naar Rome hebben vol gemaakt. Begonnen in het voorjaar van 2002, voortgezet in de zomer van dat jaar en afgemaakt in april 2003.

    Op 26 april 2003 waren we in Rome en kregen een heus certificaat van de koster van de St Pieter. 79 dagen deed de legendarische bisschop Siegeric er over (naar Canterbury) in het jaar 990. Maar ja, wij zijn dan ook in niet geringe mate geholpen door de beschikbaarheid van wegen, bruggen, comfortabele hotels, min of meer betrouwbare kaarten, enzovoorts.

    In totaal hebben we 1944 km afgelegd, voor de rekenaars dus ruim 30 km per dag. We registreerden 1 echte rustdag: Paaszaterdag van 2003 brachten we in echte rust door in het klooster van Monte Oliveto. Verder liep een rustdag meestal uit op een middagwandeling van zo’n 15 km.

    Hieronder dus de ’technische’ details: afstanden, wegen, overnachtingen, met wat suggesties voor wie misschien na ons zal komen. Hier en daar zijn we de naam van een hotel vergeten, maar dat hopen we nog een keer aan te vullen.

    1. Wassenaar – Brielle: 43 km
      Via: Delft, Schipluiden, Maasland, Maassluis, Brielse Maas
      Brielle: Hotel De Zalm, Voorstr 6, 0181-413388
    2. Brielle – Zierikzee: 45 km
      Via: Stellendam, Goede Reede, Port Zeelande, Looperskapelle
      Zierikzee: Hotel Schuddebeurs, Donkere weg 35, 0111-415651
    3. Zierikzee – Wemeldinge: 32 km
      Via: Zeelandbrug, Kats, Wilhelminadorp, Kattendijke
      Wemeldinge: Hotel Smits, Wilhelminastr 90, 0113-621214
    4. Wemeldinge – Hulst: 25 km
      Via: Veer Kruiningen, Perkpolder, Lamswaarde
      Hulst: Hotel l’Aubergerie, vd Maelstedeweg 4A, 0114-319830
    5. Hulst – Berlare: 33 km
      Via: Stekene, Lokeren
      Berlare: Hotel Het Laurierblad, Dorp 4, 0032-52-424801
    6. Berlare – Enghien: 40 km
      Via: Schoonaarde, Aalst, Herne
      Enghien: Hotel La Dodanne, Rue Hove 103, 0032-23958411
    7. Enghien – Mons: 28 km
      Via: Hove, Chaussee Brunehaut, Masnuy St Pierre
      Mons: Hotel Infotel Rue Havre 32 0032-65401830
    8. Mons – Maubeuge: 24 km
      Via: Quevy, Fort de Leveau
      Maubeuge: Hotel Campanille Av J Jaures 03-27640091
    9. Maubeuge – Avesnes sur Helpe: 25 km
      Via: Ferriere, Beaufort, GRP
      Avesnes: Hotel La Pasturelle 03-27612222
    10. Avesnes – Hirson: 31 km
      Via: Etreung, Montdrepuis
      Hirson: Hotel Le Cheval Blanc
    11. Hirson – Chaourse: 30 km
      Via: Eparcy, Rue Heureuse, Plomion, D36
      Chaourse: Chambre Mme Brucelle Chez l’eglise 03-23213087
    12. Chaourse – Vieux les Asfeld: 35 km
      Via: Montcornet, D36, D594, Sevigny
      Vieux les Asfeld: Chambre Auberge d’Ecry 03-24729465
    13. Vieux les Asfeld – Reims: 30 km
      Via: Sault St Remy, Boult sur Suippe, Voie Romaine
    1. Reims – Mailly-Champagne: 18 km
      Route: St Remy, Taissy, Sillery
      Mailly: Chambre: Mme Chance, Rue Carnot 18, 03.26.49.44.93
    2. Mailly-Champagne – Chalons-sur-Marne: 38 km
      Route: Bouzy, Aigny,GR14
      Chalons: Hotel: Pot d’Etain, Place de la Republique 18, 03.26.68.09.09
    3. Chalons – Le Meix-Tiercelin: 44 km
      Route: Ecurie-sur-Coole,Voie Romaine, D3
      Le Meix: Secours: Le Mairie
    4. Le Meix – Brienne-le-Chateau: 33 km
      Route: Voie Romaine, D24, D6
      Brienne: Hotel: Des Voyageurs
    5. Brienne – Bar-sur-Aube: 32 km
      Route: GR 24b, D46, GR
      Bar: Hotel: Pomme d’Or, 03.25.27.09.93
    6. Bar – Chateauvillain: 35 km
      Route: D396, Clairvaux, D12, D6
      Chateauvillain Hotel:
    7. Chateauvillain – Rolampont: 35 km
      Route: D107, D102, Villiers-sur-Suize, D254
      Rolampont: Hotel: La Tuffiere, Rue J. Moulin, 03.25.87.32.52
    8. Rolampont – Chalindrey: 25 km
      Route: D121, D54, Langres, D17, Culmont
      Chalindrey: Chambre: Varney, Rue du haut, 03.25.88.91. 61
    9. Chalindrey – Champlitte: 29 km
      Route: D136, Coublanc, Leffond
      Champlitte: Hotel: Henry IV
    10. Champlitte – Choye: 40 km
      Route: D103, D36, Beaujeu, St Roch, D175, D185
      Choye: Chambre: chez Charlotte
    11. Choye – Besancon: 32 km
      Route: D 225, D11, D8, Pelousey
      Besancon: Hotel: De Paris, Rue des Granges
    12. Besancon – Vuillafans: 30 km
      Route: Notre Dame des Buis, La Veze,Tarcenay, D67, Ornans, GR595
      Vuillafans: Hotel: Relais des Pecheurs, Rue de Pontarlier 3, 03.81.60.95.26
    13. Vuillafans – Pontarlier: 29 km
      Route: Mouthier-Haute-Pierre, Source de la Loue, GR595,N57, Vuillecin
      Pontarlier Hotel: St Pierre, Place St Pierre 3, 03.81.46.50.80
    1. Pontarlier – Orbe: 38 km
      Route: N 57, D6, Auberson, Ste Croix, Gorges de Covalanne, Baulmes, Rances
      Orbe: Hotel ? het enige hotel in Orbe
    2. Orbe – Cully: 38 km
      Route: Chavornay, Oulens, Cheseau, Lausanne, Lutry
      Cully: Hotel Inter Europe
    3. Cully – Yvorne: 41 km
      Route: Vevey, Montreux, Villeneuve
      Yvorne: Hotel de la Couronne
    4. Yvorne – Martigny: 33 km
      Route: Aigle, Rhone, St Maurice, Evionnaz, Vernavaz
      Martigny: Hotel: Du Rhone, Place Plaisance
    5. Martigny – Liddes: 25 km
      Route: Sembrancher, Orsieres, Route Napoleon
      Liddes: Hotel ?? (er zijn er 3)
    6. Liddes – Grand St Bernard: 20 km
      Route: Bourg St Pierre, Route Napoleon
      Col du Gr. St Bernard: Hospice du Grand St Bernard 026-871236
    7. Grand St Bernard – Aosta: 25 km
      Route: St Remy, Etroubles, Allein, Castello
      Aosta: Hotel: Roma, Via Torino 7, 0165-40821
    8. Aosta – St Vincent: 28 km
      Route: Pollein, Fenis, Pontey, Chatillon
      St Vincent: Hotel ??? (een van de zeer vele hotes)
    9. St Vincent – Nomaglio: 31 km
      Route: Berriaz, Champdepraz, Issogne, Bard, Pont St Martin, Settimo
      Nomaglio: Albergo Le Burnel
    10. Nomaglio – Santhia: 35 km
      Route: Andrate, Bornasco, Cerrione, Salussola
      Santhia: Hotel ???? (het enige hotel in de stad, t.o.v. het station)
    11. Santhia – Vercelli: 27 km
      Route: Tronzano, Salasco, Selve (laatste stuk (SS 11) eigenlijk niet te lopen)
      Vercelli: Hotel Croce di Malta
    1. Vercelli – Mortara: 33 km
      Route: links en rechts van SS 596 (Cairoli)
      Mortara: Pastorie: Abbazia S Albino, 295327
    2. Mortara – Pavia: 36 km
      Route: links en rechts van SS 596, Garlasco, Zerbolo
      Pavia/S. Martino: Opvanghuis Casa Emmaus, strada Leona 35A, 302543
    3. Pavia – Corte S. Andrea/Orio Litta: 45 km
      Route: S. Leonardo, Belgioioso, SS 234, Chignolo, dijkpad
      Orio Litta: Sporthal (Giovanni Favari 802155)
    4. Corte S. Andrea – Piacenza: 25 km
      Route: dijkpad langs de Po, SS 9 (vanaf S. Rocco eigenlijk niet te lopen)
      Piacenza: Jeugdherberg: Ostelleria di Giovano
    5. Piacenza – Castell’Arquato: 28 km
      Route: drukke weg, S. Giorgio, landwegen – Carpaneto, Vicolo Marchese
      Castell’ Arquato: Hotel S. Giorgio 805149
    6. Castell’Arquato – Vernasca: 12 km
      Route: landweg, bergweg
      Vernasca: Hotel: Hotel de la Turista
    7. Vernasca – Bardi: 29 km
      Route: bergweg via Bore, Passo di Pellizone (1025 m)
      Bardi: Hotel Bue Rosso 72260
    8. Bardi – Borgo val di Taro: 30 km
      Route: bergweg via monte Santa Donna (905 m)
      Borgo: Hotel: Firenze
    9. Borgo val di Taro – Pontremoli: 27 km
      Route: bergweg via Passo del Bratello (947 m)
      Pontremoli: Klooster: Fratri Capuccini, via Cisa, 830395
    10. Pontremoli – Aulla: 25 km
      Route: secundaire weg naar Villafranca, SS 62 naar Aulla (niet te lopen)
      Aulla: Hotel: Pasquino
    11. Aulla – Pietrasanta: 55 km
      Route: bergwegen, M. Carbolo (657 m), Fosdinovo, Carrara, drukke verkeerswegen, Massa, Pietrasanta (laatste 25 km met de bus, nauwelijks te lopen)
      Pietrasanta: Klooster: Casa la Rocca 793093
    12. Pietrasanta – Lucca: 38 km
      Route: secundaire wegen, Valdicastello, Camaiore, passo Montemagno (214 m), drukke weg, Monte S. Quirico
      Lucca: B&B: San Frediano, 469630
    13. Lucca – Ponte a Cappiano: 31 km
      Route: secundaire wegen, Cappanori, Porcari, Altopascio, drukke weg, Galleno
      Ponte a Cappiano: Jeugdherberg: Ponte Medici
    14. Ponte a Cappiano – Castel Fiorentino: 32 km
      Route: drukke verkeersweg (niet te lopen) Fucecchio, San Miniato, landwegen, Sorrezana, Leccio, Coiana
      Castel Fiorentino: Hotel: Lami, 64076
    15. Castel Fiorentino – San Gimigiano: 25 km
      Route: voetpaden – Cammino d’Alleanza, Gambassi, Pancole
      San Gimignano: Klooster: padres Agostini, 907012
    16. San Gimignano – Siena: 35 km
      Route: voetpaden – Cammino d’Alleanza, Abbadia a Coneo, Abbadia a Isola, Monteriggioni, SS 10 (niet te lopen, met de bus)
      Siena: Klooster: Fratri Francescani
    17. Siena – Buonconvento: 29 km
      Route: SS 10 (niet te lopen – trein) Monteroni, landwegen
      Buonconvento: Hotel Roma, 806021
    18. Buonconvento – Monte Oliveto: 11 km
      Route: landweg
      Monte Oliveto: Klooster Padres Benedettini
    19. Monte Oliveto
    20. Monte Oliveto – Montalcino: 16 km
      Route: landwegen
      Montalcino: Hotel Il Giardino
    21. Montealcino – Abbadia San Salvatore: 42 km
      Route: landwegen, Abbazia S. Anselmo, Campiglia d’Orcia,
      Poggio Zoccolino (1035 m)
      Abbadia San Salvatore: Hotel ?
    22. Abbadia San Salvatore – Bolsena: 44 km
      Route: landwegen, Ponte del Rigo, SS 2 (niet te lopen – bus) Acquapendente, voetpad
      Bolsena: Klooster: Santa Maria del Giglio, 799066
    23. Bolsena – Viterbo: 33 km
      Route: SS 2, voetpad, landweg, Montefiascone, landwegen
      Viterbo: Hotel: Roma, 226474
    24. Viterbo – Sutri: 29 km
      Route: landwegen, San Martino, Lago del Vico, drukke weg, Ronciglione
      Sutri: Klooster: Suores Carmelitesse
    25. Sutri – La Storta: 34 km
      Route: landwegen, Lago di Bacciano, drukke weg (eigenlijk niet te lopen), Osteria Nuova
      La Storta: Zolder: parochiekerk
    26. La Storta – Roma: 17 km
      Route: stadswegen, Monte Mario
      Roma: B&B: Colosseo, 70452565

    Alternatieve route 1: langs de GR5 naar Rome

    Vanuit Nederland kan men ook nog kiezen voor de E2 (waarvan een deel ook bekend als de GR5). Die loopt vanaf Maastricht door België, Luxemburg, de Elzas en de Jura en sluit bij het meer van Geneve aan op de Via Francigena. De E-paden hebben het grote voordeel dat het echte wandelpaden zijn. Onverhard dus, door de natuur en grotendeels autovrij.

    Nadeel is dat ze vaak erg op en neer gaan en vreselijk slingeren. Niet goed dus voor wie haast heeft. Maar welke pelgrim heeft er nu haast? De E-paden staan in grote trekken beschreven in een Duits boekje: Auf Tour in Europa. (zie literatuur). Uiteraard bestaan van de GR5 ook uitstekende gidsjes. De site van de Vereniging Pelgrimswegen naar Rome (www.pelgrimswegen.nl) geeft een goed overzicht van de verschillende alternatieve paden naar Rome, plus de argumenten om de een of de ander te kiezen.

    In de Jura, in de buurt van Pontarlier, kruist de GR 5 de Via Francigena. Daar kun je dus overstappen op de directe weg naar Rome. Voorlopig heb je dan door Zwitserland nog een dag of 10 prachtige wandelpaden te goed. Het begint al met de afdaling van de Jura, door een prachtige beboste kloof 900 naar beneden.

    Dan na een dag ben je aan het meer van Genève. Daar volgen 3 dagen voetpad langs de rand van het meer. Dan door het Rhônedal en vervolgens 3 dagen tegen de Grote St Bernhard op. Je moet uiteindelijk wel geluk hebben dat de pas sneeuwvrij is, anders moet je met de bus door de tunnel.

    En dan ben je in Italië en wordt het vinden van geschikte voetpaden een echte uitdaging. Wij zochten daarom een alternatieve route door de Apennijnen, via Bardi. We vonden een mooi wandelpad vanaf San Miniato door Toscane naar Siena. Verder bleef het een uitdaging, maar daarom niet minder mooi.

    Alternatieve route 2: langs de weg van Bertus Aafjes naar Rome

    Langs de Rijn

    Bertus Aafjes liep langs de Rijn. Vermoedelijk uit sentimentele overwegingen. In ieder geval vond Aafjes het er buitengewoon gezellig. Maar dat was in 1935 toen autoverkeer nog nauwelijks een probleem was en verharde wegen gewoon beloopbaar waren voor voetgangers.

    Gemarkeerde wandelpaden in Duitsland

    Nu zoeken de pelgrims die door Duitsland naar Italië gaan bij grote voorkeur de gemarkeerde wandelpaden op. En dat gaat in het algemeen heel goed. Duitsland en Zwitserland zijn landen met een lange wandeltraditie. De paden zijn er goed onderhouden en overnachtingen zijn meestal wel te vinden. En – belangrijk punt – de taal is meestal geen probleem.

    E8 en E1

    Mooie paden door Duitsland naar Zwitserland zijn bijvoorbeeld de E8 van Aken naar Koblenz en de E1 van Montaubar naar Konstanz. Die gaat dan ook verder over de Gotthardpas tot aan Lugano. Dan moet je Povlakte over. In voor- en najaar gaat dat wel, maar in de zomer is het er erg heet en zijn de muggen een plaag.

    Veel mensen komen uit in Bologna en dan ligt het voor de hand om de E1 verder te volgen naar Florence. Die heet dan de Via degli Dei (de weg van de goden) en is goed beschreven en onderhouden.

    Franciscaanse voetpad

    Vandaar ligt het Franciscaanse voetpad voor de hand, beschreven door Kees Roodenburg. En die brengt je naar Rome. Meer gedetailleerde beschrijving van wandelwegen door Duitsland zijn te vinden op www.pelgrimswegen.nl. Dat geldt ook voor de beschrijving van fietsroutes van zowel Reitsma als Benjaminse, die beide door Duitsland gaan.

    Aankomst in Rome!

    Op zaterdag 26 april 2003 kort na het middaguur klommen Helen en ik langzaam de Monte Mario op, aan de rand van Rome. Rechts tussen de bomen opende zich plotseling het panorama van de stad: de koepel van de St Pieter, onmiskenbaar prominent tussen alle andere torens en gebouwen. Ik kneep in haar hand en we keken elkaar aan: we zijn er, we gaan het halen, na ruim 2 maanden lopen, verspreid over 2 jaar, zoveel kilometers, zo’n lange weg, zoveel beleefd, samen. Een foto, nog een foto en wegwezen, naar beneden.

    Drie kwartier later waren we op het Sint-Pietersplein, in de omarming van de kolonnade. Plein vol mensen, helemaal enthousiast. Met de menigte mee de kerk in. Stop, zeiden de suppoosten. Stop, zei de Zwitserse garde. ‘Ma noi siamo pellegrini’ zeiden wij. O, dat veranderde de zaak. We mochten door, de kerk in, de sacristie door, de crypte in.

    Daar zat een vriendelijke pater: “Waarvandaan?” vroeg hij, “helemaal te voet? hoe lang hebben jullie er over gedaan? 63 dagen? Dat is flink doorgelopen.” Een certificaat. “Tante grazie” zeiden we. Dat hadden we onderweg al zo vaak gezegd tegen allerlei mensen die ons hadden geholpen. En we stonden weer in de kerk. Wat een pracht, wat een gebeurtenis, de hand op het beeld van Sint Pieter. Knipoogde hij even, of was dat de flits?

    Weer terug op het plein bleken al die mensen gekomen te zijn om morgen de zaligverklaring mee te maken van hun favoriete dorpsgenoten. Er moest iets gevierd worden. De volgende ochtend waren we dus al weer op tijd op het plein. Een zee van mensen, groepen met petjes en sjalen, zingend. Voor ons? De paus wuifde. Naar ons? En de zon op het plein. Het is ons goed hier te zijn. Wat is Italië dan mooi. Maar dat wisten we natuurlijk al.

    Terugblik

    Precies een maand hadden we door Italië gelopen. Vanaf de hoge top van de Grote Sint Bernard, waar we gastvrij ontvangen waren in het 1000 jaar oude klooster in de sneeuw. Door de Po-vlakte met zijn rijstvelden en muggen. Door de Apennijnen, berg op, berg af. Door de kronkelpaden van Toscane, waar het ene heiligdom volgt op het andere: oog in oog met de Volto Santo in Lucca, de serene rust van de Pieve a Chianni, de afdruk van de voetjes van Santa Christina in Bolsena en de Monte Oliveto, waar de paters ons moeiteloos door de liturgie van de verrijzenis voerden.

    Maar de mooiste belevenis was misschien wel de kapel van de zusters Carmelitessen in Sutri, de oude Etruskische stad. We waren behoorlijk moe toen we aanbelden. ‘Ave Maria’ zei de zuster en vroeg wat we voor ontbijt wilden eten. We zaten even neer in de kapel en toen begonnen de zusters de vespers te zingen. Mooie oude gezangen, gezongen met serene stemmen, we waanden ons een ogenblik in de hemel en volmaakt tevreden en gelukkig stapten we eindelijk naar buiten, het zonlicht in. In Sutri scheen de zon op dorpsplein en het was zoals alleen een Italiaans dorpsplein kan zijn.

    Gezellig dus, die Italianen. Maar laat ze in godsnaam niet proberen om wegen aan te geven of landkaarten te maken. Wat een ramp.

    Dan Zwitserland. Dat is niet alleen verrassend mooi, maar de kaarten kloppen en er zijn werkelijk hele mooie wandelwegen. Zoals bijvoorbeeld de afdaling van de Jura, richting Yverdon, of het pad langs het meer van Genève, anderhalve dag vlak langs het meer en door de wijngaarden. En lekker eten dat je er kunt!

    Frankrijk was natuurlijk ook mooi, weids, met de horizon rond om je heen. In het Franse land is alles rond, zeiden wij. Behalve de Romeinse weg die zo nu en dan als een mes door het land snijdt. Daar liepen we graag op, op de Voie Romaine, het geeft een gevoel van verbondenheid. Verbondenheid met al die soldaten, kooplui, maar vooral met al die pelgrims die door de eeuwen heen over deze zelfde paden gelopen hebben. Stap voor vermoeide stap, net als wij, op weg naar Rome, vanaf de lage landen aan de zee, over rivieren, bergketens, door bossen en akkers, bewoond door interessante mensen.

    Je doet er wat van op, van zo’n wandeling. Het beeld van de kathedraal van Reims die langzaam opstijgt boven de horizon. De zang van een leeuwerik. Hoe hoog een berg is en hoe je er pas voor pas toch bovenop komt. En dat je elkaar behoorlijk nodig hebt.
    En blaren? Gelukkig niet.
    En slecht weer? Alle weer is loopweer, zeiden we altijd.
    En honger? Geweldige honger.
    En slapen? Ach, lukt altijd.
    En waar gaan jullie nu naar toe? Weten we nog niet, maar we bedenken wel wat, want ‘noi siamo pellegrini, como voi siete – we zijn immers pelgrims, net als u’.

    Literatuur over pelgrimeren naar Rome

    F. Dufour: Alte wegen nach Rom, ISBN 3702222529
    De bezienswaardigheden in Italië goed beschreven, maar geen voetpaden.
    Hilaire Belloc: The Path to Rome, Penguin ISBN 0140095306.
    Romantisch relaas van een avontuurlijke Fransman in 1900. Zeer onderhoudend.
    Ben Teunissen (red) Op pelgrimstocht naar Rome, Forte Uitgevers, 2010, ISBN 9789058778796
    Een onmisbare gids voor ieder die op eigen kracht naar Rome wil gaan vanuit de Lage Landen, routes, tips, voorbereiding, overnachten.
    Herman Post: Te voet naar Rome, Conserve, 1991, ISBN 9054290048
    Een schrijver/journalist volgt het spoor van Bertus Aafjes. Door Duitsland en Assisi, met redelijk precieze route en kaartjes.

    Langs de Via Francigena

    G. Corbellini, L. Grazioli: La Via Francigena, cammina Europa nr 1
    Een prachtig boek, in het Italiaans, met veel foto’s. Van Canterbury tot Rome. Maar ze lopen langs de snelwegen.
    R. Bloem: De weg der Wonderen, Valkhof pers, Nijmegen
    Bloemrijke beschrijving van kunst en cultuur in Lombardije en Toscane
    Association Via Francigena , Vademecum Canterbury – St Bernhard en St Bernhard – Rome.
    Een klein handzaam boekje met de hele route (Canterbury tot Rome in 2 delen) . Nuttige adressen, bezienswaardigheden en overnachtingen. Maar geen details over voetpaden.
    Association Via Francigena, Topofrancigena Canterbury – St Bernhard en St Bernhard – Roma.
    Keurige gedetailleerde kaartjes die een loopbare route aangeven. Te koop bij Pied a Terre, Amsterdam of bij de Vereniging Pelgrimswegen naar Rome.
    Renato Stopani: De via francigena, ENIT Nationaal Italiaans Verkeersbureau, tel 020-6168246, Amsterdam
    Beschrijving van de oude route in Italie. Nadruk op kerken en monumenten, geen loop gegevens, geen overnachtingen.
    Renato Stopani: La via Francigena, storia di una strada medievale, Le Lettere, Milano, 1998, ISBN 8871664000
    Een prachtige platenboek over de cultuur historie langs de Via Francigena
    Luc Devoldere: De verloren weg- Van Canterbury naar Rome, Atlas, Amsterdam, 2002, ISBN 90-450-0240-x
    Zeer persoonlijke indrukken bij de voorbereiding en de reis (per auto) langs enkele monumenten van Via Francigena. (Zoals Rein Bloem, maar dan breder en breedsprakiger)
    Monica d’Atti, Franco Cinti: La guida di pellegrini sulla Via Francigena, Edimont, 2001, ISBN 88-500-0131-2
    Gedetailleerde etappe beschrijvingen met suggesties voor overnachtingen. In het Italiaans en helaas niet altijd te vertrouwen.
    Birgit Goetzmann, Via Francigena – Schweiz Italien, Outdoor Handbuch Band 201, ISBN 978-3-86686-2.
    Uitgebreide etappebeschrijving van wegen, paden en overnachtingsadressen, met brede informatie. In het Duits. Nog geen ervaring mee bekend.
    Paul Chinn, Babette Gallard: Lightfoot Guide to the Via Francigena, Pilgrimage publications, 2008, ISBN 9782917183014
    Een moderne gids (in twee delen) voor wandelaars, fietsers en ruiters. Met GPS informatie en gedetailleerde beschrijvingen en plaatjes.
    Klaas en Helen van der Poel, Verhaal van een voettocht via Rome naar Jerusalem, 2006, ISBN 978-9090213347
    Het eerste stuk gaat over de Via Francigena, summier, maar informatief. Te koop via de boekhandel of mail naar klaas@imme.nl.

    Langs de GR5

    Jan Blokker jr.: Alle wegen naar Rome, Contact, 2009, ISBN 9789025428884
    Ruud Bruggeman: Dit is de weg naar Rome, Elikser, 2010, ISBN 9789089542502